Fictieautobiografie
Kindertijd
Van jongs af aan ben ik een fan van de klassieke sprookjes. Het maakte niet uit of het griezelig, romantisch, dramatisch of eng was. Ik wou echt iedere avond een sprookje horen. Mijn ouders waren het na een tijdje zo beu dat ze me een cd kochten. Het was een voorlees-cd waarop heel wat klassieke sprookjes stonden. Er is een sprookje dat ik nooit zal vergeten: 'Het meisje met de zwavelstokjes'. Het zal me altijd bijblijven omdat ik het zo'n zielig verhaal vond.
Mijn allereerste boek kon ik me nauwelijks herinneren, gelukkig wist mijn moeder dit nog.
Het boekje heet ' Een lange lange reis' door Ilon Wikland en Rose Lagercrantz.
Het gaat over een klein meisje die zielsveel van haar hondje houdt. Ze groeit op in de oorlog en maakt heel wat mee, maar haar hondje maakt het leven draaglijk.
Al vrij snel ging er een belletje rinkelen. Ik hou namelijk enorm veel van twee soorten verhalen: oorlogsverhalen die verteld worden uit een persoonlijk perspectief en verhalen over de onbreekbare band tussen mens en dier.
Ik ben er vrij zeker van dat dit boek hier ergens voor tussenzit. (Ik hou ook enorm van Husky's ...)
Extract: 'Een lange lange reis'
Lagere school
Uiteraard ben ik niet mijn hele leven lang prentenboeken blijven lezen. De volgende stap was: stripverhalen! Ik heb thuis zowat ieder nummer van de Suske en Wiske-reeks, talloze Jommekes, Kiekeboes, Rode ridders, Disneyverhalen ... Gelukkig ben ik iets verder ontwikkeld dan het lezen van stripverhalen (al moet ik eerlijk toegeven dat ik af en toe nog wel eens eentje uit de kast durf halen).
Verder las ik boeken die we met de juf gingen halen in de schoolbibliotheek. Mijn favorieten waren: griezelverhalen van Anthony Horrowitz, de Kriegeltjes-reeks en Blinker en de bakfietsbioscoop van Marc de Bel... waarvan ik uiteraard ook de verfilming heb gezien.
Middelbare school
In mijn middelbare schooltijd ben ik enorm veel beginnen lezen, ik deed niets liever. Ik kreeg van een groottante ooit het boek 'Emma' door Jane austen, het verhaal sprak mij meteen aan en ik heb het zeker 5 keer na elkaar gelezen. Al gauw was ik verknocht aan de boeken van Jane Austen. Ik heb ze allemaal in een ruk uitgelezen: Sense and Sensibility, Pride and Predjudice, Persuasion, Northanger Abbey ...
Al gauw vond ik mijn weg naar de Britse klassiekers. Charlotte Brontë, Oscar Wilde, Charles Dickens en Jane Austen waren mijn favorieten. Ik las enorm graag en was vaak zo geconcentreerd dat ik mijn ouders niet eens hoorde als ze me riepen dat het eten klaar was.
Conclusies
Het zal dan ook niet eigenaardig klinken als ik zeg dat een van mijn keuzevakken voor de lerarenopleiding Engels was.
Daar las ik met plezier de verplichte basisliteratuur; Moby Dick, Macbeth, Lord of the Flies, Lady Chatterly’s Lover, A Christmas Carol, Oliver Twist, Treasure Island, Atonement, The curious incicent of the dog in the nighttime, 1984 ...
Na mijn opleiding ben ik een andere weg ingeslagen en las ik eerder non-fictie boeken die aansloten bij mijn uiteenlopende interessewereld. Zo las ik boeken over sport zoals ‘Born to run’ door Christopher Mc Dougall, waargebeurde drama’s zoals ‘Haar naam was Sarah’ door Tatiana de Rosnay maar evengoed commerciële romans zoals ‘Vijftig tinten grijs’ door E.L. James.
Ik zou mijn niveau van literaire competentie omschrijven als een wirwar van niveau 2, 3 en 4. Ik lees graag klassiekers die veel inspanning eisen en vaak erg taai zijn, zoals ‘Slaughterhouse Five’ door Kurt Vonnegut. Dit boek is heel complex en bevat veel obstakels. Het staat ver af van mijn eigen wereld en veronderstelt nogal wat algemene kennis.
Hieraan tegenovergesteld lees ik even graag een eenvoudige roman zoals ‘Vijftig tinten grijs’. Het vergt weinig inspanning en de plot is vrij voorspelbaar. De dramatische verhaallijn wordt vaak onderbroken door de gedachten van het hoofdpersonage.
Het niveau van beide boeken ligt heel ver uit elkaar, toch kan ik niet met zekerheid zeggen welk type ik verkies. Dit maakt van mij geen slechte lezer, het bevestigt alleen dat ik mij niet vastbind aan een bepaald type boek.
Sinds de start van dit schooljaar heb ik al heel wat Nederlandstalige jeugdliteratuur gelezen. Dit is iets wat ik anders nooit zou gedaan hebben maar iets wat mij onverwacht toch enorm aanspreekt. Enkele boeken die mij alijd zullen bijblijven heb ik ook reeds besproken op deze weblog: 'De hondeneters' door Marita De sterck, 'Gebr.' door Ted Van Lieshout, 'Niets was alles wat hij zei' door Nic Balthazar ...
Deze jeugdliteratuur kaart thema's aan die niet vaak in volwassenenliteratuur aan bod komen. Deze thema's zijn steeds mooi verwerkt in een vaak spannend, ontroerend of meeslepend verhaal.
Ik heb niet meteen het hoogste literaire niveau maar ik lees met plezier en probeer mijn literaire horizon steeds te verbreden.
Voorleesfragment: Het meisje met de zwavelstokjes